Zelf pasta maken is misschien even een klus, maar wie eenmaal de eerste happen van deze verse ravioli proeft, weet waarom het de moeite waard is. De fluweelzachte vulling van ricotta en spinazie, het aroma van gebruinde boter met salie en de romige pecorinosaus vormen samen een gerecht dat smaakt als een avond in Toscane.
Ingrediënten ravioli

300 g bloem | 3 eidooiers + 2 hele eieren | Snuf zout | 250 g uitgelekte ricotta | 200 g verse spinazie | 50 g geraspte Parmezaanse kaas | Snuf nootmuskaat | Zout en peper | Rasp van ½ citroen | 100 g boter | 1 handvol verse salieblaadjes | 200 ml room | 75 g fijngeraspte pecorino | 50 g fijngeraspte Parmezaan | Versgemalen peper
Meng de bloem met de eieren en een snuf zout. Kneed tot een soepel deeg en wikkel het in folie. Laat minstens 30 minuten rusten op kamertemperatuur.
Verwarm een roestvrij stalen kookpan op middelhoog vuur en laat de spinazie zonder olie slinken. Laat afkoelen, knijp er zoveel mogelijk vocht uit en hak grof.
Meng de spinazie met ricotta, Parmezaan, nootmuskaat, zout, peper en wat citroenrasp. Zet de vulling even in de koelkast zodat het iets steviger wordt.
Rol het deeg dun uit. Steek rondjes uit (ongeveer 8 cm doorsnede). Leg een klein lepeltje vulling op de helft van de rondjes. Bestrijk de randen met water, leg er een tweede lapje op en druk de randen stevig dicht met een vork.
Verwarm de room in een pannetje, voeg beetje bij beetje de pecorino en Parmezaan toe en roer tot een gladde saus. Breng op smaak met peper en houd warm op laag vuur.
Smelt de boter in een roestvrij stalen steelpan en voeg de salieblaadjes toe. Laat de boter zachtjes bruinen tot het nootachtig geurt. Haal van het vuur en houd warm.
Kook de ravioli 4 minuten in ruim gezouten water tot ze boven komen drijven. Serveer ze op een bedje van pecorinosaus, bes