Met deze bier-risotto zet je een verrassend hartig gerecht op tafel, vol smaak en karakter. Romige risotto, geroosterde wortel, frisgroene lente-ui en dat krokantje van spek… Klinkt goed, toch? Pak dat flesje pils, trek je favoriete pan uit de kast en ga aan de slag. Deze klassieker met een twist wil je proeven.
Ingrediënten voor de bier-risotto

200 gr risottorijst | 1 kleine ui | 1 teentje knoflook | 2 flesjes pils | Ca. 600 ml warme groentebouillon | 30 gr boter | 40 - 50 gr versgeraspte Parmezaanse kaas | Olijfolie | Peper & zout | 3 wortels | 3 lente-uitjes | 1 tl boter | 6 plakken ontbijtspek
Snipper de ui en hak de knoflook fijn. Verhit een scheutje olijfolie in een grote gietijzeren koekenpan en fruit de ui en knoflook tot ze glazig zijn. Voeg de risottorijst toe en bak kort mee tot de korrels licht doorschijnend zijn.
Giet 200 ml bier in de pan (houd de rest nog even achterwege!) en roer goed door tot het vocht grotendeels is opgenomen.
Voeg nu beetje bij beetje de warme bouillon toe. Steeds net genoeg om de rijst onder te dompelen. Blijf roeren! Giet bijna al het overgebleven bier erbij (hou een klein slokje over) en laat de risotto 20 minuten zachtjes garen.
Terwijl het risotto suddert, schil je de wortels en halveer je ze in de lengte. Maak de lente-uitjes schoon en snijd het lichte deel in stukken. Verhit boter in een aparte pan en bak de wortel en lente-ui tot ze goudbruin zijn. Breng op smaak met zout en peper. Schuif daarna opzij en bak in dezelfde pan het ontbijtspek knapperig. Laat uitlekken op keukenpapier.
Na zo’n 20 minuten is de rijst gaar, maar nog een beetje stevig. Roer de boter, geraspte Parmezaan en het laatste slokje bier erdoorheen. Breng op smaak met peper en zout.
Schep de risotto op een bord, leg de geroosterde groente erop en maak het af met krokant spek. Misschien nog wat extra Parmezaan? Doen!