Wat heb je liever? Een stukje vlees dat soepeltjes door je pan beweegt, of een stukje vlees dat als bonk ellende aan de bodem blijft kleven? Juist. Dachten wij ook. Daarom geven we je 5 fijne tips waarmee je jouw vlees niet aanbakt.
Zorg dat je de dingen die je wilt klaarmaken al even uit de koelkast hebt liggen. Want spulletjes die op kamertemperatuur zijn, bakken minder snel aan.
Laat jouw pannetje eerst echt goed warm worden voordat je er olie of boter in doet. Bij een roestvrij stalen pan kun je een paar waterdruppels in de pan laten vallen om te zien of de pan heet genoeg is. Als de druppeltjes vrolijk beginnen te dansen, is de pan perfect op temperatuur. Verdampen de druppels langzaam? Dan is je pan nog te koud. Zijn de druppels direct verdwenen? Dan is de pan eigenlijk al te heet.
Wees de eerste keren niet te zuinig met de hoeveelheid vetstof die je gebruikt. En voeg pas vetstof toe wanneer de pan goed op temperatuur is. Gebruik bij een roestvrij stalen pan ook wat extra vetstof toe bij eiwitrijk voedsel, of eten met meel zoals eieren, pannenkoeken en vis. Anders gaat dat misschien vastkleven aan de bodem.
Zorg dat het voedsel wat je wilt bereiden zoveel mogelijk droog is voordat je het in de pan gooit.
Plakt je vlees toch vast? Ga er dan niet aan staan sjorren, maar wees lekker zen. Zet het vuur wat zachter en ga even een kletspraatje houden met iemand over bijvoorbeeld die hachelijke situatie op je werk laatst. Want vaak als je even wacht, komt het vlees vanzelf los zonder dat er een enorme ravage achterblijft in je pan.
